Themroc (1973)

Themroc

Zoals zoveel aandoeningen begint anarchisme met een hardnekkig hoestje. De naamloze kalende hoofdpersoon (Michel Picccoli) wordt wakker in het appartement dat hij deelt met zijn tienerzus en zijn moeder. Hij drinkt zijn koffie, kucht af en toe, begluurt de tietjes van zijn naakt slapende zusje en gaat als de klok ‘koekoek’ zegt de deur uit. Hij wandelt door een naamloze stad, kucht, begluurt alle vrouwen die hij tegenkomt, op weg naar zijn werk als buitenschilder bij een naamloos bedrijf. Prikklok, uniform, norse superieuren. Het leven van de stadsmens, zijn geest gecorrumpeerd door discipline en conformisme.

Tijdens zijn zinloze werkzaamheden, kuchend, wordt de werkman betrapt: hij begluurt de gladde benen van de directiesecretaresse. Hij wordt op het matje geroepen, en terwijl zijn meerdere hem de les leest, ontploft hij: kuch kuch kuch wordt ongedurig gegrom, gegrom barbaars gebrul. Hij heeft er genoeg van.

De werkman stormt het bedrijfsgebouw uit, de straat op. Schreeuwend en razend zwalkt hij door de metrotunnels. Thuisgekomen neukt hij zijn zusje, metselt de deuropening van zijn kamer dicht en slaat met een sloophamer de voorgevel eruit. Terwijl de brave buurtbewoners in verholen verbijstering toegluren, smijt hij vanuit zijn grot zijn wereldlijke bezittingen stuk op de binnenplaats. Hij zal niet langer in de pas lopen. Hij zal leven als een oermens, wetteloos, vrij, brullend als een dier!

Themroc (1973) is een film die in vorm en inhoud zo subversief aanvoelt, dat we niet zeker weten of we met een politiek pamflet of een vormexperiment te maken hebben. In ieder geval wordt elke mogelijkheid aangegrepen om ons te vervreemden van de personages. Er wordt gedurende de hele film geen verstaanbaar woord gesproken, er wordt alleen gebrabbeld, gemompeld en gezwegen. Stilistisch is de film bovendien een janboel: de montage is slordig, continuïteit wordt alleen bewaakt als dat de vrijheid van de improviserende acteurs niet in de weg zit, en een of andere esthetische ambitie lijkt de regisseur vreemd te zijn. Het is, kortom, een feest om naar te kijken, als je tenminste tegen een stootje kan.

Ultieme bevrijding

Er wordt uitbundig gespot met gezag en moraal. De film negeert niet alleen het taboe op incest, ook kannibalisme en een biseksuele orgie passeren de revue. De hoofdpersoon gooit alles overhoop in zijn vlucht naar ultieme bevrijding. Eigendom is waardeloos, fatsoensregels spelen geen rol, zaken als ‘zelfbeeld’ en ‘imago’ verliezen hun betekenis. Je hoeft niks meer uit te leggen, want dat hoeft een dier toch ook niet? Het is een film die de anarchistische levenshouding in zijn meest liederlijke vorm weergeeft.

Michel Piccoli weet met zijn imposant botte lijf deze houding op een fysieke manier overtuigend te maken. Als hij de sloophamer met grote kracht tegen de dunne muurtjes van zijn slaapkamer laat landen, is dat onbeheersbaar bevredigend. Al die spulletjes die kapot gaan, nutteloze regels die overboord gekieperd worden, gewoon, omdat ze hem niet meer van pas komen. Langzamerhand nemen steeds meer buurtbewoners een voorbeeld aan hem. Het wordt een heuse revolutie.

In zekere mate willen we allemaal wel die outsider zijn die lak heeft aan burgermansregeltjes. Maar Themroc laat zien wat écht non-conformisme betekent. Het houdt in dat je ervoor kiest om onbegrepen te blijven. Het houdt in dat mensen je zullen zien als een beest, als een uit te roeien exces. Non-conformisme brengt je in gevaar en is een onomkeerbare keuze. Het betekent in ieder geval niet dat je bij een andere textielketen dan H&M je alternatieve kleren gaat kopen. In een tijd waarin ‘lekker jezelf zijn’ in ieders bek bestorven ligt, is het een verademing een film te zien die toont wat het werkelijk inhoudt om uit de pas te lopen.

Idealisme over lijken

Goed, in Themroc lijkt anarchisme de enige juiste keus te zijn. De samenleving waarin de film speelt is repressief en onpersoonlijk. En de agenten en soldaten, die worden ingezet om de stedelijke holbewoners weer in het gareel te krijgen, slaan kinderen en vrouwen, zijn ijdel en dom, en schieten onaangekondigd met scherp, dus de autoriteiten, die mogen eraan. Ze laten je weinig keus.

Dat levert een eenzijdig beeld op. De film lijkt te zeggen dat idealisme over lijken mag gaan. Is dat het risico waard? Durf je zozeer van je eigen ideeën overtuigd te zijn? Achteraf blijkt een ideaal immers zo vaak een spookbeeld te zijn geweest.

Ondanks die kanttekening schept Themroc een meesterlijk, komisch beeld van een essentiële menselijke drijfveer: de onbeheersbare drang om tekeer te gaan tegen de gevestigde orde. Het is gezond dat maatschappelijke conventies protest oproepen en onder druk van hervormende krachten staan. Want de allereerste naamloze politicus die ooit geleefd heeft, honderdduizenden jaren geleden, de eerste mens die met gegrom en gebrul een maatschappelijke orde in het leven riep, werd zonder twijfel de inspiratie voor de tweede politicus die ooit geleefd heeft: de eerste revolutionair.